22 feb. 2023
Technische CAO's per 2023
CAO Bouw & infra
Vanaf 1 januari geldt het nieuwe ‘CAO Bouw & Infra’ met gunstige voorwaarden voor de ruim 110.000 werknemers. De vernieuwde CAO zal voor één jaar gaan gelden. Met een salarisverhoging van 5% in één jaar is een groots akkoord bereikt, want dit is namelijk de hoogste in 20 jaar tijd.
Allereerst is de loonsverhoging een belangrijk middel geweest om de werknemers duidelijkheid en zekerheid te bieden in tijden van hoge inflatie. Met het oog op de woningbouwopgave, energietransitie en arbeidsmarktkrapte is het van groot om zoveel mogelijk werknemers te behouden. Zij staan samen met hun werkgevers voor grote uitdagingen de komende jaren en daarom verdienen de bouwlieden het om goed betaald te worden.
Naast een passend salaris wil de CAO laten zien dat ‘de bouw’ een aantrekkelijke sector is om in te werken door goed geregelde pensioenen, betaalde reiskosten en de mogelijkheid om vrije dagen op te bouwen.
Voor zowel de bouwplaats werknemers als het UTA-personeel (Uitvoerend Technisch Administratief personeel), zoals projectleiders, planners en secretariaten, worden nog verdere mogelijkheden onderzocht om de ‘gezondheid’ van het personeel te bevorderen. Hierbij kan worden gedacht aan arbeidsvoorwaarden, arbeidstijden en reiskosten. Het doel is om werknemers fit en gezond te houden en zodoende huidige werknemers te behouden en een nieuwe lichting aan te spreken.
In het vernieuwde CAO is tevens ruimte voor het zogenaamde ‘tijdspaarfonds’. Hier bouwt een werkgever maandelijks geld op in een fonds voor het ‘individuele budget’, bestaande uit dagen, vakantietoeslag en duurzame inzetbaarheid. Het fonds is verplicht voor de bouwplaats werknemers en de UTA-werknemers hebben de keuze om hieraan deel te nemen. Alleen de werknemers zelf hebben het recht tot toegang van deze ‘spaarrekening’.
Het tijdspaarfonds kent voordelen voor zowel de werknemers als de werkgevers. Zo kan een werknemer ervoor kiezen om overwerkuren uit te laten betalen of deze juist op te sparen. Voor de werkgever is het gunstig, omdat zij de mogelijkheid krijgen om werknemers extra in te zetten. Zo zullen er bijvoorbeeld jongeren zijn die hun 'dagen' niet als vrije tijd willen laten uitbetalen, maar liever in geld. Dit zorgt voor veelzijdigheid aan beide kanten, wat de sector aantrekkelijker moet maken.
CAO Metaal & Techniek
Na maandenlang onderhandelen is op 1 oktober 2021 de CAO van de sector Metaal & Techniek voor ruim 320.000 werknemers, ingegaan en deze loopt tot 1 april 2024. Aankomende maart zullen de lonen met 3,25% stijgen, na een stijging van 2,75% in september 2022, en per januari 2024 komt daar nog een 0,6% bovenop. Dit komt neer op een stijging van 7,4% in 11 maanden tijd. Daarnaast is er een mooie doorbraak gerealiseerd wat betreft de jeugd- en BBL-lonen, want deze zijn vanaf afgelopen januari met 5% omhoog gegaan. Óók wordt er een 'zware beroepen regeling' (RVU) ingesteld. Werknemers met een zwaar beroep krijgen het recht om maximaal drie jaar voor hun AOW te stoppen met werken. Echter zijn er nog genoeg onderwerpen die tot een akkoord moeten komen, zoals werktijden, roosters en flexwerkers.
Waar de sector Bouw & Infra snel tot een akkoord kwam, heeft dit voor de sector Metaal & Techniek maanden geduurd en nog steeds is het akkoord niet volledig. De laatste genoemde sector blijft logischerwijs kampen met de invloed van de inflatie, omdat deze meer last heeft van de stijgende energieprijzen. Een interessante trend om naar uit te kijken komend jaar is de verduurzaming van de industrie in Europa. Waar men in de Verenigde Staten al aan de slag gaat met de ‘Inflation Reduction Act’, hopen we in Europa eenzelfde soort initiatief te gaan zien.